De boer op: verslag excursie ‘De Zeven Koeien’

In de schaduw van de bomen op de Brink in Doldersum verzamelden 10 Toekomstboeren zich voor de geplande excursie naar kleinschalige kaasboerderij ‘De Zeven Koeien’.
Verslag door Toekomstboerin Jacqueline Boeckhorst

We werden ontvangen door Arnold Vergeer (55) die samen met zijn vrouw Petra nog geen jaar aan het boeren is op deze plek. Hij komt uit het agrarische onderwijs en zij werkt nog altijd een paar dagen in de week in de assurantiën. Ze zijn ooit begonnen met het melken van schapen in Groningen en leverden aan Odin. Toen de belangstelling voor de melk afnam (2005) en de kredietcrisis zich aandiende (2008), zijn ze in 2010 overgegaan naar het melken van koeien en geiten waarvan ze de melk verkaasden. Ze vonden het belangrijk om minder afhankelijk te zijn van de groothandel en gingen de kaas regionaal afzetten via een markt, horeca en huisverkoop.

 

 

 


Nieuwe locatie

Het stel wilde na vijftien jaar boeren een beetje afschalen en is op zoek gegaan naar een andere locatie waarbij de ligging heel belangrijk was. Ze zijn uiteindelijk in Doldersum terecht gekomen, in het centrum van het dorpje. Daar hebben ze slechts 2 ha grond en ze kozen ervoor om er een mooi, kleinschalig bedrijf van te maken met zeven koeien, “omdat dat zo’n mooi getal is…”. Een stukje verderop pachten ze 0,6 ha van Natuurmonumenten; daar lopen nu twee droogstaande koeien. In Groningen hebben ze nog 3 ha waar gras/klaver staat als wintervoer, op termijn hopen ze deze ruimte dichter bij Doldersum te kunnen vinden. Ze hebben duidelijk gekozen voor kleinschalige afzet via hun knusse winkeltje, lokale horeca, en via een paar handelscontacten. Aan het restaurant aan de overkant wordt bijvoorbeeld kaas en yoghurt geleverd, die onder hun naam op het menu staan.

 

 

 


Demeter keurmerk
Tot 2009 had het bedrijf het Demeter-keurmerk, maar toen de levering aan Odin wegviel hebben ze het keurmerk losgelaten en bleef het Eko-keurmerk over. Nu ze dit nieuwe bedrijf hebben, hebben ze geen keurmerk meer hoewel de biologische bedrijfsvoering grotendeels overeind is gebleven. Ze vinden het echter heel prettig om niet meer te hoeven voldoen aan allerlei regels, maar lekker op hun eigen manier kunnen boeren; een manier die overigens erg op de kringloop is gebaseerd.

 

 

 


Veestapel
Naast de zeven koeien waren er vier kalveren, twee geiten met lam, een toom kippen; “die zorgen voor verlaging van de vliegenpopulatie”, en een moestuin. De koeien worden uitsluitend met gras gevoerd en ze krijgen geen krachtvoer. Ze geven zo’n 20 liter melk per dag waar drie keer per week kaas van wordt gemaakt. Op één koe na geven ze allemaal A2-melk (wat door mensen met koemelkintolerantie goed verdragen wordt) en alleen die melk wordt voor kaas gebruikt. De melk van die ene koe wordt gebruikt voor yoghurt. Tot mijn verbazing houdt Arnold de koeien in een ouderwetse, piepkleine aanbindstal. Daar staan ze tijdens het melken en gedurende drie maanden in de winterperiode. Op onze vragen hierover antwoordde hij dat hij op deze manier heel veel rust in zijn koppel heeft en ieder dier heeft haar eigen plek. Eigenlijk was er in de stal geen plaats voor een andere manier, maar hij zou ook niet anders willen.


 

 

 

Kleine schaal
Behalve de stal hebben we ook de kaasmakerij, kaasopslag en winkel gezien. We eindigden bij Petra in de keuken om na te praten en nog vragen te stellen. Toen kwamen we erachter dat het geheim van ‘kleinschalig boeren’ lag in het zo laag mogelijk houden van je kosten. Doordat dit stel jarenlang hard gewerkt en zuinig geleefd heeft, kunnen ze zich nu veroorloven op deze schaal een serieus agrarisch bedrijf te runnen. Volgens Arnold is het streven om een half inkomen uit het bedrijf te halen. Samen met het inkomen van Petra hebben ze, zoals het werd genoemd, een ‘leefbaar inkomen’.

 

 

 


Advies
Jildou vroeg of Arnold advies kon geven over ‘hoe te beginnen’ als nieuwe boer: gespecialiseerd of juist niet. Hij antwoordde dat als je kleinschalig wilt boeren, juist een teelt of een dier erbij een (beginnend) bedrijf nèt een extraatje kan geven. Hij raadde verder nog aan om in gesprek te gaan met beheerders van natuurterreinen.

Het was een hele interessante middag. Bedankt, organisatie!