Het is tijd voor een minister van natuurinclusieve of agro-ecologische landbouw.
Vanuit het huidige systeem valt er niet veel te verwachten. Minister Schouten heeft hier en daar haar best gedaan, maar ook zij lijkt net zo klem te zitten in oude belangen als de meeste boeren. Tijd dus voor een minister die de handen vrij heeft om datgene te doen wat nodig is – en wat voor een groot deel allang internationaal afgesproken is.
Eind januari waren er verschillende berichten in de nationale pers die de schrijnendheid van de landbouw en klimaat situatie goed weergaven.
Op 21 januari artikel van de NOS: ‘Biologische landbouw groeit, maar minder boeren stappen over.’
Waarom? Omdat toegang tot duurzame grond moeilijk is (zegt o.a. Vereniging Toekomstboeren) en omdat overstappen teveel geld kost. Boeren zitten vaak financieel klem en kunnen of durven daardoor de kostbare en onzeker aanvoelende overstap naar biologisch niet te maken (zegt hetzelfde NOS artikel).
Op 22 januari het volgende landbouw artikel bij de NOS: ‘Ondanks Coronacrisis nieuw landbouwexportrecord: 95 miljard euro.’ Hierin staat dat ‘dit laat zien dat de weerbaarheid van de land en tuinbouw sector best wel groot is’ met ‘de nuancering’ dat het volume daalde maar de prijs steeg.’ Daarnaast daalde de waarde van export producten afkomstig van Nederlandse bodem licht’, maar dat ‘al met al de land- en tuinbouwsector het dus niet slecht doet.’
Van grote invloed zijn de beslissingen die de Europese Unie zal maken over de verdeling van 400 miljard subsidies die er klaar liggen voor de landbouw. Het meeste van deze subsidies zal in de handen eindigen van multinationals en oligarchen, zo schrijft de Volkskrant. Dat terwijl dit subsidie-beleid dat voor 7 jaar zal vastliggen, maar welke uitvoering totaal niet overlapt met de Europese Green Deal. ‘Ook in Nederland geldt nog altijd: hoe groter je veld, hoe meer productie je draait, des te hoger je subsidie. Niet voor niets steeg de gemiddelde schaalgrootte van veehouderijen de afgelopen twintig jaar van 56,6 koeien naar bijna 100 nu. Want hectaren en opbrengsten tellen, niet de wijze van beheer. Dat is een perverse prikkel dus: boeren hebben alleen nog een reëel verdienmodel als ze overgaan tot megaproductie.’
Het moge duidelijk zijn: het is onmogelijk om de Green Deal te behalen wanneer er met Europese subsidies ingezet wordt op schaalvergroting en nogmaals schaalvergroting, terwijl de oplossingen voor klimaatverandering elders liggen. Waarom wordt die 400 miljard niet ingezet voor ‘lokale, duurzame voedselproductie, in lijn met de Green Deal?’ Waarom leggen de Europese landbouwministers hier zich zomaar bij neer? Juist wanneer zij een essentiële rol hierin te spelen hebben. In Duitsland ziet we gelukkig wel degelijk protest: ‘de gezamenlijke landbouwministers van de Duitse deelstaten hebben de Europese Commissie vorige maand dringend verzocht voet bij stuk te houden in de vergroening van het Europees landbouwbeleid.’ Waarom durft Nederland dat dan niet?
Want doorgaan op huidige weg, met kleine stapjes vooruit, is dweilen met de kraan open. Het houdt het duidelijk destructieve systeem in stand waardoor de problemen alleen nog maar groter worden. Ook voor de klem zittende boeren. Want dat de handel in landbouwproducten het goed heeft gedaan, wil niet zeggen dat de gemiddelde boer daar ook van profiteert.
Hoeveel van die 95 miljard is bij de boer terecht gekomen? Ik weet het niet precies, maar meer dan 5% zal het zeker niet zijn.
Het eerste NOS artikel maakte al duidelijk, de wil voor biologisch is er, maar heeft nog geen weg gevonden vanwege de financiële moeilijkheden. En tegelijkertijd heeft er een accentverschuiving plaatsgevonden naar lokale afzet en korte ketens. Is het dan nu niet tijd om door te zetten?”
Boeren zagen hun export afzet wegvallen en probeerden op verschillende manieren hun producten lokaal aan de man te brengen, al dan niet voor eerlijke prijzen. Burgers gingen meer op zoek naar de boerderijwinkel en veel CSA’s zagen hun ledental stijgen. Dit zijn voorbeelden dat een lokale afzet en een korte, betrokken keten werkt. Dat mensen die je kennen een veel grotere neiging tot solidariteit en eerlijke handel hebben dan anonieme mensen in een kantoor ergens ver weg die simpelweg ‘de beste deal’ proberen te vinden voor hun eveneens veelal anonieme klanten en aandeelhouders. Dat burgers uit de buurt van de boer zien en snappen dat geld uitgeven aan voedsel van dichtbij, een duurzaam landschap en betere gezondheid oplevert. Gezonde bodem, financieel gezonde en gelukkige boer en gezonde gelukkige eter. En dat ze samen een lokale economie laten floreren, die gebaseerd is op waarden, en niet (alleen maar) op geld.
We hebben jarenlang geen ministerie van landbouw gehad, landbouw werd ondergebracht bij economische zaken. Alweer een indicatie dat de boer toch vooral voor de handel interessant is. Nu is er dus weer een minister van Landbouw. Maar handel en gevestigde belangen zijn hardnekkig en houden vast aan hun eigen korte termijn winstbejag. Ook veel politici denken nog steeds dat handel tot vrijheid en gelijkheid leidt en kijken weg van roofbouw, uitputting en het afschuiven van beloftes en verantwoordelijkheden. Steeds meer boeren en burgers komen er echter achter dat de handel boer, beest en bodem wereldwijd uitknijpt. Die boeren en burgers ervaren dat intensieve landbouw met veel chemische inputs letterlijk en figuurlijk dodelijke gevolgen heeft.
De tijd van kleine stapjes vooruit is echt voorbij. De poolkappen en permafrost smelten steeds sneller, en dat heeft vergaande gevolgen. Laffe uitvluchten en slappe excuses kunnen niet meer. Het gaat pijn doen, maar dat is slechts van korte duur. Zelfoogst deelnemers van vele tuinen zeggen het ook al: ‘het was even wennen, maar onze manier van koken en eten is er zoveel beter op geworden, we willen niet meer terug!’ Het is bijna als stoppen met een verslaving. We zijn gewend aan het comfort van gemak op elk moment. En hoewel we weten dat het ergens niet klopt, weten we ook dat als we dat erkennen, we sommige dingen zullen moeten veranderen.
Niet meer zo makkelijk dat vliegtuig in, niet meer zo vrijblijvend consumeren. En niet meer kiezen voor een regering die de grote blindheid faciliteert. Maar kiezen voor een regering die ons helpt de moeilijke keuzes te maken, die ons afhelpt van onze verslaving en helpt om weer gezond en fit te worden. En dus is het tijd voor een minister die zich hiervoor in kan zetten. En dan zal je zien dat het even wennen is, maar het daarna eigenlijk veel leuker en lekkerder is.