Het aantal jonge en nieuwe agroecologische boeren groeit. Helaas is hun bestaan allesbehalve zeker. Veel van deze boeren zien zich gedwongen zich te vestigen op gronden waar ze maar tijdelijk kunnen blijven. Land aankopen is lastig, want nergens is grond zo duur als in Nederland. En het pachtbeleid richt zich vooral op de korte termijn. Dit maakt het niet alleen moeilijk voor boeren om een toekomstbestendig bedrijf te ontwikkelen, maar maakt het ook onaantrekkelijk om duurzame, langetermijninvesteringen te doen, zoals het planten van bomen of verbeteren van de bodem. Hoe heeft het zover kunnen komen?
De laatste jaren is een nieuwe, agroecologische beweging in de landbouw in opkomst, waarbij samenwerken met de natuur en een directe verbinding met de klant centraal staan. Een landbouw die minder schadelijk is voor het milieu en die gezonder voedsel voortbrengt. De initiatieven zijn divers. Tuinders die burgers zelf laten oogsten, melkveehouders die bomen en kruiden in de wei planten, akkerbouwers die direct aan lokale bakkers leveren, boerderijen waarin burgers aandeelhouder worden en meer.
Deze initiatieven zijn zowel afkomstig van nieuwe boeren, die geen verleden hebben in de landbouw, als van gevestigde boeren en boerendochters en -zonen die een andere koers willen varen. Voor degenen die geen eigen kapitaal hebben of grond erven, maar wel een landbouwbedrijf willen starten, is het echter nauwelijks mogelijk om aan grond te komen. Er zijn mogelijkheden om op tijdelijke locaties een bedrijf te beginnen, maar dan vrijwel zonder rechten of mogelijkheden voor het aanleggen van voorzieningen, zoals een schuurtje of een kas. Voor duurzame ontwikkeling is het van belang dat boeren zich voor langere tijd ergens kunnen vestigen. Alleen dan is het mogelijk te investeren in een goede bodemopbouw, klantenkring en diverse ecosystemen, die teelt en leefomstandigheden voor mens en dier verbeteren.
Stijgende grondprijs
De belangrijkste reden waarom je in Nederland moeilijk aan land kan komen is de hoge grondprijs. Met gemiddeld 63.000 euro per hectare heeft Nederland de hoogste grondprijs van Europa. Ter vergelijking: Frankrijk heeft een grondprijs van gemiddeld 6000 euro per hectare (in 2016).
Dat de grondprijs in Nederland zo hoog ligt, komt doordat het landbouwbeleid vanaf de jaren ‘80 sterk is veranderd. Waar de overheid eerst inzet op importbescherming en een kostendekkende bodemprijs, kiest de overheid nu voor vrije marktwerking met prijsverlagingen en gedeeltelijke compensatie. Daarnaast geeft zowel het Nederlandse als het Europese landbouwbeleid prikkels gericht op grondstofproductie voor (multinationale) agribusiness in plaats van eindproducten voor de lokale markt.
De verwerkende industrie en export groeien sterk, maar het aantal landbouwbedrijven in Nederland neemt af. De prijzen die boeren voor hun producten krijgen blijven flink achter, terwijl de kosten voor uitgangsmateriaal, meststoffen, gewasbescherming en vrachtkosten omhooggaan. Om hun inkomsten te behouden, investeren boeren in schaalvergroting, mechanisering en intensivering. Veel boeren lenen bij de bank. In 2016 was het aandeel extern vermogen (lopende lening) gemiddeld 31% van de totale waarde van een bedrijf (inclusief grond, gebouwen en het geld in kas). Bij 19% van de bedrijven lag het percentage vreemd vermogen zelfs hoger dan het percentage eigen vermogen. Dit legt een grote druk op het constant zo veel mogelijk produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs.
Bij verdere aanscherping van de milieuregelgeving en daardoor genoodzaakte investeringen kunnen veel boeren niet nog goedkoper produceren en zien zich gedwongen om te stoppen. Mede hierdoor daalt het aantal landbouwbedrijven in Nederland. In de afgelopen 35 jaar is het aantal boerenbedrijven gehalveerd. De afgelopen vijf jaar stopten gemiddeld zes boeren per dag. Deze trend lijkt zich voort te gaan zetten; van de overgebleven boeren die ouder zijn dan 55 jaar, heeft slechts 40 procent een opvolger. Grond die vrijkomt wordt vaak doorverkocht aan grotere boeren in de omgeving. De grond die zij al in bezit hebben kunnen ze gebruiken als onderpand om bij de bank een nieuwe lening te verkrijgen. Op deze manier gaat veel vrijkomende grond naar grotere boerenbedrijven, die hiermee nog groter worden.
Druk op landbouwgrond
Naast ontwikkelingen in de landbouw liggen er ook andere ruimtelijke claims op landbouwgronden, zoals natuurontwikkeling, grootschalige ruimtelijke projecten en stedenbouw, die leiden tot een kleiner wordend oppervlak aan landbouwgrond. Daarnaast zijn er meer recente ontwikkelingen als grondspeculatie (oa bij stedenbouw projecten), grond als beleggingsobject (opkoop door verzekeringsmaatschappijen en recent ook door particulieren) en de aanleg van zonnevelden, die alle bijdragen aan hogere grondprijzen.
Liberalisering van pacht
Net als de landbouw is landbouwgrond, zowel in eigendom als in pacht, de afgelopen decennia geliberaliseerd. Hierdoor wordt de toewijzing en het gebruik van land niet meer bepaald door zijn gebruikswaarde, maar door de dynamiek, spelers en belangen in de (financiële) markt.
Voorheen was pacht geregeld via de Pachtwet van 1958, met als belangrijkste pachtvormen ‘reguliere pacht’ en ‘erfpacht’. Kenmerkend voor deze twee vormen van pacht waren onder andere de lange pachttermijnen (met een minimum van resp. 6 en 26 jaar), die pachters zekerheid gaven. Deze pachtvormen waren echter minder aantrekkelijk voor de verpachter, die bijvoorbeeld bij kortlopende reguliere pacht gebonden was aan een minimale pachtperiode van zes jaar voor los land, automatische verlenging van zes jaar en een maximum pachtprijs.
Om tegemoet te komen aan de behoefte van verpachters aan een meer flexibele pacht, is in 2007 de Pachtwet afgeschaft en het vernieuwde pachtrecht in werking getreden. De oude pachtvormen blijven geldig, maar nemen langzaam in gebruik af en worden vervangen door een nieuwe vrijere pachtvorm, de ‘liberale pacht’. Bij liberale pacht zijn de gereguleerde pachtprijzen losgelaten, de pacht wordt niet automatisch verlengd en de pachtprijs voor overeenkomsten korter dan zes jaar is niet begrensd. Voor verpachters is het aantrekkelijk om voor korte perioden land te verpachten, maar boeren die nu grond willen pachten, zijn veel minder beschermd dan voorheen. Daarnaast is een pachtperiode van maximaal 6 jaar (vaak zelfs slechts 1 jaar) per definitie niet duurzaam.
Ons huidige land- en landbouwsysteem is niet voortgekomen uit onontkoombare ontwikkelingen, maar het resultaat van actief beleid van schaalvergroting, intensivering en liberalisering. En zo is er ook actief beleid nodig om dit systeem te veranderen. Een pachtwet en pachtconstructies die duurzaamheid en de bestaanszekerheid van boeren mogelijk maken, zijn daar een belangrijk onderdeel van. Nieuwe vormen van eigendom, waarin niet de prijs maar maatschappelijke waarden en natuur centraal staan, zijn een andere interessante ontwikkeling op dit gebied.
Auteur: Jeannette Oppedijk van Veen
Dit artikel is gepubliceerd in de Toekomstboeren bundel Land voor Agroecologie en mogelijk gemaakt door: