Nieuwe Boeren de Dupe van Korte Pacht

Nieuwe boeren, die geen eigen land hebben, zijn op pacht aangewezen. Maar sinds de liberalisering van de Pachtwet lopen de meeste contracten slechts een paar jaar. Dat geeft beginnende boeren weinig perspectief. Bovendien zet het een rem op duurzaam bodembeheer. ‘Daarin investeren doe je niet als je de grond maar tijdelijk hebt.’

Mac van Dinther
Gepubliceerd in: De Volkskrant, 7 januari 2022

De winter mag dan net zijn begonnen, bij tuinderij De Wilde Peen van Maria van Maanen (45) en Klarien Klingen (39) valt nog genoeg te oogsten. Boerenkool staat er volop, spruiten zijn er nog tot in maart,
net als prei en pastinaak. Bieten en wortelen zijn ingekuild. Die mogen klanten zelf opgraven, zegt Van Maanen. ‘Dan krijg je wel vieze handen.’

Met een lapje grond van 0,8 hectare aan de rand van Ede voeden Klingen en Van Maanen zeventig huishoudens die een oogstabonnement hebben. Maar het is de vraag hoe lang nog. De grond van De Wilde
Peen is niet hun eigendom, de twee vrouwen hebben die gepacht. Voor hun voortbestaan zijn ze afhankelijk van de goedgunstigheid van de landeigenaar. En dat is altijd maar weer afwachten, zegt Van Maanen, terwijl ze een joekel van een koolraap uit de natte grond trekt. Ze moest
met haar bedrijf al drie keer verhuizen. ‘Telkens weer die onzekerheid.’

Het is een probleem waar meer beginnende, innovatieve boeren tegenaan lopen, zegt Robert Klaassen, bestuurslid van het landelijk netwerk van CSA’s (Community Supported Agriculture) zoals De Wilde
Peen. Veel nieuwe landbouwinitiatieven worden opgezet door zij-instromers, zegt Klaassen: mensen die niet uit een boerenfamilie
komen en dus geen eigen grond bezitten.

Grond kopen is meestal geen optie. Landbouwgrond in Nederland is schaars en peperduur. Financieren is lastig; banken staan bepaald niet te popelen om vernieuwende projecten te financieren. Dus zijn nieuwe boeren aangewezen op het pachten van grond.

Sinds de liberalisering van de Pachtwet in 2007 is de positie van boeren die grond huren sterk verslechterd. De oude wet uit 1958 kende vooral langlopende pacht, maar onder de nieuwe regeling mogen grondeigenaren ook kortdurende contracten afsluiten. Dat doen ze op grote schaal: 90 procent van de nieuw afgesloten pachtovereenkomsten is voor zes jaar of korter. Het aandeel reguliere, langlopende pacht is sinds de invoering van de nieuwe wet bijna gehalveerd.

Dat veroorzaakt niet alleen onzekerheid voor nieuwe, eerste generatie boeren, zegt Margriet Goris, ruraal socioloog aan de Wageningen Universiteit. Het zet ook een rem op duurzaam bodembeheer. Investeren in bodemvruchtbaarheid is een proces van jaren. ‘Dat doe je niet als je de grond maar tijdelijk hebt.’

“Je moet als eigenaar wel heel idealistisch zijn om langdurende contracten af te sluiten. Dat doet niemand meer”

Wim Bruil, auteur ‘Evaluatie pachtregelgeving’

De liberalisering van de pacht bewerkstelligt juist het omgekeerde van bodemverbetering. ‘Het geeft boeren een stimulans om zoveel mogelijk uit de grond te persen en niet te investeren in de lange termijn.’ Niet alleen particuliere eigenaren en grondspeculanten werken daar volgens Goris aan mee, ook terreinbeheerders en overheden die grond bezitten. ‘Dat is echt van de zotte.’

Dat kortdurende pacht de huurder weinig zekerheid biedt, blijkt ook uit het voorbeeld van gemeenten, zegt Klaassen van het CSA netwerk. Tijdens de financiële crisis waren veel gemeenten best bereid grond af te staan voor stadslandbouwprojecten. Maar toen de economie aantrok en er weer gebouwd kon worden, eisten ze hun grond weer op. ‘Dat maakt dit soort ondernemingen kwetsbaar.’

Het probleem is bekend, aldus Willem Bruil, die als bijzonder hoogleraar agrarisch recht in 2014 een evaluatie schreef over de nieuwe Pachtwet. Onder de oude wet had de pachter een sterke positie, onder de nieuwe wet is de macht verschoven naar de landeigenaar. Voor hen is het voordeel van kortdurende pacht evident. Ze houden zo maximale zeggenschap over de grond. ‘Je moet als eigenaar wel heel idealistisch zijn om langdurende contracten af te sluiten’, zegt Bruil. ‘Dat doet niemand meer. En geef ze eens ongelijk.’

Ook hij constateert dat de pachter die duurzaam wil boeren daarvan de dupe wordt. ‘Als je de bodemvruchtbaarheid wilt verbeteren of biologisch wilt boeren, heb je zeker tien jaar nodig.’ Het huidige pachtstelsel is niet duurzaam, betoogt Bruil. ‘Grond wordt voor korte tijd gepacht en beplant met gewassen die veel geld opleveren. Na drie jaar is de bodem uitgeput.’ Volgens Bruil moet Nederland weer terug naar betere bescherming van pachters met contracten van minimaal zes jaar, met een optie op verlenging.

Op het ministerie van Landbouw, dat de kringlooplandbouw heeft omarmd, wordt dat onderkend. Demissionair minister Carola Schouten schreef twee jaar geleden in een brief aan de Kamer dat ze terug wil naar een systeem waarin langdurende pacht de norm is, om het belang van een gezonde bodem te waarborgen.

Dat had eigenlijk in de afgelopen kabinetsperiode moeten gebeuren, zegt een woordvoerder. Maar toen werd alle aandacht opgeslorpt door de stikstofproblematiek en de val van het kabinet. In het nieuwe regeerakkoord wordt het pachtprobleem ook aangestipt; het ligt nu op
het bord van de nieuwe minister.

Tuinderij De Wilde Peen in Ede is dit jaar begonnen. Een oogstaandeel kost, afhankelijk van iemands inkomen, tussen de 225 en 345 euro per jaar per volwassene, voor kinderen de helft. Daarvan kun je een jaar lang groenten eten, zegt Van Maanen. ‘Als je dat vergelijkt met wat je voor groenten in de winkel betaalt, is het eigenlijk geen geld.’

Ze hebben een contract voor vijf jaar met de eigenaar. Daarna is het weer afwachten, zegt Van Maanen. ‘Hij is de baas.’ Dat geeft beperkingen, benadrukt ze. ‘Voor de bodem is het beter als je meerjarige gewassen plant, dan hoef je de grond niet elk jaar te bewerken. Maar je gaat geen bomen of struiken aanplanten als je niet zeker weet dat je langer kunt blijven.’

Klingen kent genoeg collega’s die om deze reden gestopt zijn of naar het buitenland zijn vertrokken om daar een stuk land te kopen. ‘In Frankrijk en Duitsland is grond nog betaalbaar.’ Je kunt je afvragen, mijmert ze, of grond privébezit zou moeten zijn.

Dat is een fundamentele vraagt, aldus Van Maanen. ‘Grond is handelswaar geworden. Maar het zou gemeenschappelijk bezit moeten zijn. Grond moet niet het eigendom zijn van een of andere speculant, maar van mensen die er een band mee hebben.’


Dit artikel komt uit De Volkskrant van 7 januari 2022 Tekst over te nemen met bronvermelding.