Voor de Oogst van Morgen

Eind november nam Maria van Maanen (boerin bij Om de Tuin) namens Toekomstboeren deel aan De Oogst van Morgen: een innovatielab met als doel samenwerken aan vernieuwende en duurzame oplossingen voor het landbouw- en voedselsysteem middels collectief leiderschap. Het is een traject van 1,5 jaar en is ingestoken vanuit Theory-U, een verandermodel waarin op bewustzijn gebaseerde systeemverandering centraal staat. Hieronder een persoonlijk verslag.

Omdat wij met een groepje toekomstboeren al een tijd bezig zijn met een plan over grootschalige kleinschaligheid (neoruralisatie) leek het ons interessant om mee te doen aan dit traject.

Met dit plan hebben we begin 2018 meegedaan aan de prijsvraag Brood en Spelen. Het onderliggende idee is eenvoudig: grootschalig georganiseerd natuur- en voedselinclusief beheer van landschap door de kleinschalige boeren die erin werken en produceren.

Na het lezen van de lijst met 80 deelnemers was ik onder de indruk van de grote diversiteit aan organisaties- Van Albert Heijn via de Vlinderstichting en het ministerie van Binnenlandse Zaken tot Toekomstboeren.

Verwachtingsvol was ik, maar ook vol vraagtekens: wat gaan we doen? Hoe? En met deze diversiteit aan mensen? Wat zal dat worden?

De methodes en technieken zijn leerzaam en inspirerend, en hebben we met name in het begin uitgediept waardoor e.e.a. weinig concreet werd. De recentere oefeningen zijn meer praktijkgericht op het verkennen van ‘het werkveld’ in de vorm van bijvoorbeeld interviews en schaduwopdrachten. Daarin ga ik vanaf nu onze groep Neoruralisatie meer betrekken zodat we als groep(sproces) ook profijt kunnen hebben van het lab.

In de eerste drie dagen van het lab kwamen veelvuldig de termen waarden, geld, pionieren, en opschalen terug. Het lijkt alsof zo ongeveer iedereen het eens is: een vernieuwing begint altijd klein. Met een idee, een klein bedrijf, een pilot. Maar wat mij opvalt is dat velen ‘de transitie’ groot willen maken door de pilots op te schalen. Ik snap dat wel, want die pilots werken dan gewoon goed.  En het goede groter, dat kan niet anders dan goed zijn… maar is dat wel zo? Is er niet altijd een optimale maat, die bijvoorbeeld afhankelijk is van allerlei nader te bepalen factoren? Kan een transitie, kan het goede, misschien ook te groot worden? En hoe moeten we dan die optimale maat bepalen?

Grootschaligheid zorgt in het algemeen voor minder flexibiliteit, minder weerspiegeling van onderdelen in het geheel, minder zichtbaarheid en stuggere en afgeplattere regelgeving.

Dat is allemaal niet erg, want er ontstaat wel weer een nieuwe beweging, maar dat is het nu net.

De vernieuwende kracht zit juist in het nieuwe, in de pionierenden, in de kleinen, die flexibel zijn en telkens iets nieuws kunnen verzinnen en zich aanpassen.

En wat we nu nodig hebben is snelle verandering. En het veranderen van oude systemen, van logge apparaten- dat kun je wel zien aan wat er in de politiek gebeurt op het gebied van klimaat- dat kan nog heeeel lang gaan duren!

En dat maakt dat ik vind dat je niet de ideeën moet opschalen en uitrollen, maar dat vooral de ruimte voor nieuwe ideeën moet worden vergroot. – of kan dat dan ook weer te groot worden…?

Ik weet dat eigenlijk gewoon niet, maar ik heb het vermoeden dat het te maken heeft met hoe waarden in de betreffende samenleving, in de betreffende groep, levendig kunnen blijven, zodat er flexibiliteit in bestaat, zodat individuen zich ook echt vertegenwoordigd voelen door een overkoepelendheid en daar invloed op hebben. Het idee van de commons? Op elke plek en in elke situatie een andere schaal afhankelijk van allerlei omstandigheden? Community supported agriculture? Mooie voorbeelden waarvan we veel kunnen leren. Laten we dat doen!

Intussen ga ik lekker zelf weer landbouwen, dat is voor mij de leukste en misschien wel de voor de transitie meest relevante activiteit om mee bezig te zijn.

We gaan een stuk land pachten, wat eigenlijk te groot is voor onze kleine tuinderij-in-startfase. We willen graag de aarde verzorgen. Dit is een mooie kans om op de grond die we niet direct nodig hebben voor groente aan de gang te gaan met grootschalige kleinschaligheid. Een eerste stap is samenwerken met een startende koeienboer. We hebben heel veel zin om vanuit deze samenwerkingspraktijk vanaf het begin met grootschalige kleinschalige gedachten bezig te zijn, en het leerproces hieromheen alvast te starten in de praktijk. We houden jullie op de hoogte!

VERSLAG DOOR: MARIA VAN MAANEN