‘Het enige wat wij doen is een open houding aannemen.’
De vorige keer dat ik op EKO-boerderij De Eerste (Marknesse, Noordoostpolder) kwam, probeerde ik alles te snappen. Wie doet wat? Welke tak van het bedrijf neemt welke plek in? Dit keer heb ik dat helemaal losgelaten. Er werken hier te veel mensen in te veel verschillende disciplines om het überhaupt te kúnnen begrijpen als je slechts op bezoek komt. DOOR: KLARIEN KLINGEN
Als ik ’s ochtends aankom staan er al negen auto’s op het erf. Ons gesprek gaat vooral over de mensen die hier werken en werkten. Gerrit Marsman (59): “Met de groenten zijn we eigenlijk begonnen door een buurvrouw. Zij had worteltjes gerooid bij de buurman, een andere buurman, en vond dat leuk. Toen we met elkaar aan de koffie zaten en ze uitsprak dat ze eigenlijk wel wat met groente wilde, zei ik: ‘Nou, dan pak je een stuk grond en dan begin je. Dat kunnen wij in de winkel proberen te verkopen’. Annemieke is dat. Ze is inmiddels in de zestig, maar regelt nog altijd onze groentehoek in de winkel. Al verbouwt ze zelf nauwelijks groente meer, ze is overgestapt op bloemetjes en planten, dat vindt ze leuker”.
Zo lopen er flink wat mensen rond op De Eerste. Velen werken parttime, naast andere activiteiten. Over iedereen vertelt Gerrit levendige verhalen. Waar ze vandaan komen en wat ze nog meer doen. Over Retmer bijvoorbeeld: ”Retmer werkt de andere drie dagen bij mijn schoonzoon waar hij tuinbouw gaat doen. Mijn schoonzoon is net een jaar aan het melken in Heino”. Of over Erik Lukas (“dat is zijn achternaam, Lukas”) en Paola, die parttime op De Eerste werken. “Die hebben samen een bunder grond, die ze zelfstandig bewerken. Maar ze liften met ons mee voor de afzet.” Een van Gerrits pareltjes, waar hij met glunderende ogen over vertelt, is de Roemeense Nelu Marincas, die net als vele andere Roemenen als seizoenswerker ervaring opdeed op De Eerste. Hij heeft daarna vanuit het niets als boer-loonwerker kunnen starten en kan nu zijn gezin al jaren prima onderhouden.
De mensen rondom Gerrit lijken allemaal ondernemende types. Niet voor niets, denk ik. Gerrit: “Ik vind het mooi als iemand initiatief neemt, iets wil opstarten, zelfstandig worden. Dat is de basis. Het enige wat wij doen is een open houding aannemen en ruimte creëren om mensen kansen te geven en een tijdje mee te lopen.” Soms leent hij hen starters geld. Soms huren of pachten ze land bij hem of beginnen ze hun bedrijfje bij hem in de schuur. Voor Gerrit zit het plezier ‘m vooral in het meedenken. “Als iemand met een plan komt en daarover wil sparren, dat vind ik machtig mooi.”
De ultieme vorm van samenwerken is voor Gerrit dat je de opbrengst met elkaar deelt gebaseerd op de uren die je maakt. “De resultaten delen, zowel positieve als negatieve. Dat is de gedachte.” In de praktijk zijn het op De Eerste vooral zelfstandige kleinschalige ondernemingen, die heel goed met elkaar samenwerken. Toch zijn er ook nog twee mensen met wie Gerrit in maatschap is, waar wel een financiële verdeling naar uren wordt gehanteerd. Hoe dat bevalt? “Je moet wat van elkaar kunnen accepteren. Je moet nooit van een ander verwachten wat je zelf doet. Iedereen heeft andere kwaliteiten.” Als voorbeeld noemt hij iemand die anderhalf keer langer over een bezorgroute doet dan een ander. “Maar dan blijkt dat hij onderweg met iedereen aan het kletsen is en dat die mensen dan op zaterdag bij ons langskomen en een mooie middag hebben. Dat is goud waard.”
Dit verhaal is eerder verschenen in onze publicatie Land: ruimte voor nieuwe boeren. Je kunt hem hier bestellen.