‘Het is altijd weer anders, elk seizoen is anders’
De biologisch-dynamische Natuurderij Keizersrande is gebaseerd op het Wageningse beheerconcept ‘Boeren voor de Natuur’, waarbij landbouw wordt gecombineerd met natuurbeheer. Op deze manier is het niet alleen mogelijk om kringlopen te sluiten, maar krijgt boerin Annette Harberink (35), naast inkomen uit de productie van melk en vlees van haar koeien, ook inkomen uit het beheer.
DOOR: ELSKE HAGERAATS
Na een landbouwopleiding aan Warmonderhof en jarenlange ervaring op verschillende boerderijen besluit Annette Harberink in 2006 dat ze nu toch echt zelf een boerderij wil gaan beginnen. Ze komt Stichting IJssellandschap tegen, waarvan ze sinds 2009 de Keizersrande pacht.
DE KEIZERSRANDE. Natuurderij Keizersrande is gelegen in de Keizers- en Stobbenwaarden, ten noorden van Deventer. Dit is Natura 2000-gebied, dat landbouw combineert met natuurbeheer, verhoging van biodiversiteit, watermanagement, educatie en recreatie. Daarbij wordt gestreefd naar een gesloten kringloop. Het gebied bestaat uit 30 ha bouwland, 100 ha half-natuurlijk grasland, 20 ha botanisch grasland met diverse landschapselementen en nog 5 ha puur landschapselementen.
Voor Nederlandse begrippen is de boerderij een extensief bedrijf. “Ik heb tachtig koeien die worden gemolken en zestig stuks jongvee.” Het zijn MRIJ-koeien – Maas, Rijn, IJssel, met een dubbel doel: melk en vlees. Ze zijn authentiek voor deze regio, “roodbont, een beetje dik en niet groot.” Tweederde van de inkomsten komt uit melk en vlees, de rest uit natuur- en waterbeheer.
WATERBEHEER. Rijkswaterstaat is hier bezig met het nationale programma Ruimte voor de Rivier. Om in de toekomst overstromingen te voorkomen, worden bij knelpunten in de grote rivieren maatregelen getroffen om water makkelijker af te voeren. Zo zijn er in het lage deel van de Keizers- en Stobbenwaarden brede geulen gegraven naast de rivier. Het stelt strikte eisen aan het beheer van de uiterwaarden. Annette: ‘dat is per vierkante meter ingedeeld. Het gras mag dan bijvoorbeeld niet langer zijn dan 10 centimeter, er mag niet meer dan 10% kruidachtige vegetatie staan en niet meer dan 1% houtachtige vegetatie.’ Het is vooral ook veel werk om de oevers van de nieuw uitgegraven geulen glad te houden.
NATUURBEHEER. Voor de Stichting IJssellandschap zorgt Annette voor natuurbeheer, zoals het beheer van botanisch grasland, de akkers, de weidevogels en het beheer van alle landschapselementen zoals hagen, heggen, het maaien van poelen, knotten van wilgen etc. Annette denkt dat dit soort samenwerkingen in de toekomst wel steeds meer op zullen komen. ‘Instanties gaan steeds meer kijken: wij kunnen t beheer niet betalen, misschien kan de boer het voor minder.’ Op die manier kan er in de toekomst meer worden samen gewerkt, waarbij de boer ook een extra inkomen uit kan halen.
BIOLOGISCH DYNAMISCH. ‘BD-boeren gaat er voor mij om dat je als mens een rol hebt in een bedrijf dat je kijkt: hoe gaat dit bedrijf eruit zien? En dat richt je dan in naar de aard van alles wat je waarneemt. Dat vind ik heel leuk.’ Annette heeft de landbouwgrond in de uiterwaarden omgevormd tot hooiland en grasweide. Haar koeien grazen in de lage uiterwaarden om te voorkomen dat de randen van de nieuw uitgegraven geulen dichtslibben. De akkers in de hoge uiterwaarden worden gebruikt om graan te verbouwen, dat dient als veevoer voor de koeien. ‘Alle akkerbouwgewassen komen uiteindelijk bij de koeien terecht. Geen hoogwaardige akkerbouw en ik koop ook geen krachtvoer.’ De stalmest uit de potstal wordt dan weer gebruikt voor op t land. Zo probeert ze te streven naar een gesloten kringloop. ‘Die is natuurlijk niet écht gesloten, want je voert af. Dus ik bedoel ermee: geen input.’ De enige input is van de vlinderbloemigen (luzerne en hooiklaver), via neerslag – zo’n 10-12 kilo stikstof per hectare – en depositie vanuit de rivier met hoogwater.
RECREATIE EN EDUCATIE. Dat hele ‘Boeren voor de Natuur’ wekt de interesse van vele mensen. Daarom geeft Annette regelmatig rondleidingen. Iedere laatste zondag van de maand word er ook altijd iets georganiseerd, zoals een excursie. Bovendien kunnen mensen een app downloaden. Je kan dan wandelen in het gebied, verschillende routes kiezen die gaan over beheer, geschiedenis, of wat je ziet. Op dit moment wordt er ook een observatorium gebouwd waar mensen het landschap kunnen ervaren.
Op de Keizersrande vinden ook regelmatig educatie-projecten plaats, waarbij middelbare scholieren bijvoorbeeld aardrijkskundeles volgen in ‘t land, of de genetische variatie van de veestapel gaan berekenen.
TEGENSLAGEN. Deze samenwerking met stichting IJssellandschap, Rijkswaterstaat en provincie Overijssel is natuurlijk bijzonder, en daar hoort ook een apart proces bij. Zo mag je bijvoorbeeld niet bouwen in de uiterwaarden – toch heeft Annette dat voor elkaar gekregen; je mag geen boerderij bouwen in een natuurterrein – ook dat is gelukt. De koeien zorgen voor kort, netjes gras: precies wat Rijkswaterstaat wil. ‘Toen zeiden we ‘maar dan moeten we wel een stal hebben voor de melkkoeien, want ze moeten wel gemolken worden, twee keer per dag.’ En uiteindelijk overtuig je ze, de win-win is groot genoeg.’ Maar ja, zo’n nieuwe vestiging brengt wel veel met zich mee: bestemmingsplan wijzigingen, B-vergunningen, milieuvergunningen, bouwvergunningen – ‘Daar hebben we heel veel tegenslagen in gehad.’ De moeilijkheid is dan ook vooral dat Annette er in zit als ondernemer en de medewerkers van Rijkswaterstaat en provincie Overijssel gewoon als mensen die in loondienst zijn. ‘Ik ben de gene die naar de bank is gegaan, voor de rest niemand.’
FINANCIERING. Om de bank te overtuigen moet je komen met een goed bedrijfsplan. Het eerste bedrijfsplan had ze zelf geschreven, maar het tweede toch maar met een adviesbureau. ‘In principe draait het gewoon om een goed bedrijfsplan en voldoende zekerheid.’ Annette is pas op het laatste moment naar de bank gestapt, toen ze de pachtcontracten rond had en de contractuele afspraken met stichting IJssellandschap. ‘Achteraf gezien had ik dat misschien niet moeten doen. Op zich is er niets mis mee, alleen het is natuurlijk niet goed in je onderhandelingspositie’. Normaal heb je recht op een soort garantstelling van de staat. Daar zit echter wel een voorwaarde aan vast: je mag er dan nog niet mee zijn begonnen. Annette kwam er dus niet voor in aanraking en moest op een andere manier garantstelling regelen.
Voor dit hele project heeft ze 600 euro subsidie gehad, omdat ze was omgeschakeld naar biologisch. Je krijgt dan je eerste twee jaar je SKAL certificaat vergoed. Voor alle andere subsidies is haar verzoek afgewezen of uitgeloot. Maar er komt een nieuw toeslagrechtenstelsel aan. ‘Als t een beetje voordelig uitpakt, krijg ik gewoon zomaar per hectare gratis geld,’ lacht ze.
BELANGENVERENIGINGEN. Annette ziet belangenverenigingen niet altijd als een duurzame ondersteuning. ‘Ik heb het idee dat die belangenverenigingen vooral voor de belangen voor de Nederlandse landbouw als export staan. Al die belangenclubjes, LTOs en zo, komen voort uit ‘t feit dat we een probleem hebben.’ Dat probleem is volgens Annette dat Nederland zestig procent van de melk exporteert naar het buitenland. ‘Kan je de mensen overtuigen dat t misschien niet zo verstandig is dat ze zo andere continenten ontwrichten? Nee. Kan je de mensen gaan overtuigen om minder te produceren? Nee.’ Ze vind het daarom belangrijk om haar producten hier in eigen land te verkopen. En daar is ook vraag naar. Er wordt zelfs biologische consumptiemelk geïmporteerd. Ze verkoopt haar BD melk voor 60 cent per liter aan de coöperatie ‘Eko Holland’. Het vlees wordt verkocht aan de slager in Noord en Zuid Holland, als ‘Oud-Hollandse Runderrassen’.
Als alternatief voor een belangenclub, heeft Annette haar eigen adviescommissie samengesteld. ‘Wijze boeren die zeggen ‘Je loopt te kloten, je moet dat beter doen’, dat is handig.’ Annette vraagt om advies bij boeren waarvan ze weet dat ze er verstand van hebben. Er zijn natuurlijk ook maar 140 BD boeren in Nederland, het is een heel klein wereldje. ‘En die boeren komen vanzelf wel, vinden ze hartstikke leuk. Ik denk dat je t vooral moet hebben van je eigen netwerk.‘ Wél zou ze het leuk vinden als er weer zoiets als een melkvee-academie zou komen. Vroeger organiseerde die her en der in ’t land bijeenkomsten en een soort kroeg-avonden met bepaalde thema’s. Ook hadden ze iets adviezen rondom dat thema geregeld. De lezing werd verzorgd door twee of drie boeren die aan dat onderwerp verbonden waren, en niet door iemand die wel eens bij zo’n boer op bezoek was geweest. Het had dus echt een faciliterende functie. ‘Het is vaak juist interessant om t echt van collega’s te horen die t echt hebben gedaan, hebben ervaren.’
TOEKOMST. Annette wil kaas gaan maken in de toekomst. Vooral omdat ze dicht bij de stad zit, zou dit een goede handel kunnen worden. Ook wil ze graag bier brouwen van haar eigen graan. Exacte plannen kan ze nog niet maken. ‘In principe verschraal ik natuurlijk ook mijn land. Het kan best zijn dat ik over tien jaar helemaal geen tachtig koeien meer kan melken en dat ik maar voldoende voer heb voor zestig koeien.’ Bovendien moet ze vrij snel aflossen omdat ze pachter is, maar ze schat in dat dat met tachtig koeien wel moet lukken in twaalf jaar tijd. ‘En dan moet ik gewoon zien. Misschien zeggen mensen dan ‘ik wil alleen nog maar melk vanuit de buurt en daar gaan we méér voor betalen dan wat een liter cola kost.’ Ja dan wordt ‘t interessant. Maar zolang melk nog goedkoper is dan Spa Blauw heeft ‘t geen zin om ‘t in een ander potje te stoppen. Je moet er minstens 1,50 per liter voor krijgen.’
Annette heeft gepland dat ze over twintig jaar met pensioen gaat, op haar 55e. De eerst komende acht, negen jaar zijn de pittige jaren waarin ze moet aflossen, gevolgd door drie jaar waarin ze wat meer ruimte heeft. ‘De acht jaar daarna heb ik het gewoon goed. Dat moet ook want ik moet m’n pensioen verdienen.’ Na die twintig jaar kan iemand anders het bedrijf overnemen. ‘Heel makkelijk, die hoeft alleen de koeien te kopen, ‘t oud ijzer en voor een prikkie de stalinrichting – die is dan toch afgeschreven’. En waar gaat Annette heen? ‘Ik ga lekker met héél veel privacy in de stad wonen’, lacht ze.
TIPS. Welke tips wil ze tot slotte meegeven aan toekomstige boer(inn)en na al deze opgedane ervaring? Ga vooral eerst een tijdje werken omdat je dan een goede keuze kan maken of je het wel écht wilt. ‘Het is nogal wat, een bedrijf beginnen – je zet je wel vast. Ik heb hier een half miljoen inzitten, in de bank. En dat teken je en dan ben je eerst blij, maar als je t doorleest denk je ‘ja…álle bezittingen zijn van de bank!’ Neem dan vooral ook een hele goede accountant. ‘Dat zou ik zeker adviseren, vooral als je t over overnames hebt, dat is helemaal ingewikkeld. Dat gaat ook heel veel over emotie.’
Verder raadt ze ook aan om zelf flink wat werkervaring op te doen en dan vooral ook op verschillende plekken. ‘Van elke plek waar ik gewerkt heb neem ik iets mee. Soms vallen dingen ook achteraf pas op hun plaats.’ Het is een kwestie van heel veel kennis opdoen en zo ook steeds meer zelfvertrouwen krijgen. ‘Ik heb tien seizoenen akkerbouw gedaan, en op t moment dat ik hier stond dacht ik ‘oei, nu ben ik helemaal alleen, en nu moet ik bedenken of ik het land op kan ja of nee.’ Als je op een bedrijf werkt, is altijd wel een boer aanwezig die je hier en daar aan kan sturen, waar je even mee kan overleggen. Een eigen bedrijf starten is dan heel anders. ‘Ja, ik dacht eigenlijk wel dat ik het in de vingers had na tien jaar, dat ik het wel wist. En dan sta je daar en denk je ‘misschien is het land tóch te nat!’ Annette lacht. Die kennis, dat vindt ze zo leuk aan landbouw. ‘Het is altijd weer anders, elk seizoen is anders. Je leert een bedrijf pas echt kennen door op één bedrijf minstens zes jaar te zitten. Ik zit hier nu nog maar vier jaar – het begint langzaam te komen.’
Annette Harberink, Natuurderij Keizersrande
IJsseldijk 35, Diepenveen
mail: info@keizersrande.nl
site: www.keizersrande.nl