Op 12 januari organiseerden Toekomstboeren, Voedsel Anders en de Federatie van Agroecologische boerenorganisaties een webinar over agroecologie, samen met Agroecology Europe. In een talkshow luisterden ongeveer 125 mensen naar vijf inspirerende boeren, boerinnen en activisten uit Nederland, die ieder op hun eigen manier agroecologie in de praktijk brengen: Alies, Doetie, Jolke, Kees en Piet.
Introductie in de agroecologie
Agroecologie in de praktijk, hoe ziet dat er dan uit? Gespreksleider én bevlogen landbouwactiviste, Klarien Klingen legt uit dat agroecologie vanavond gaat over drie principes: relatie met de natuur, relatie tussen boer en burger en toegang tot land. In agroecologie wordt vooruitgang niet gezocht in meer winst of productie, maar in het verbeteren en versterken van deze relaties. Gelijkwaardige relaties, waarin de landbouw niet boven de natuur staat, laat staan gaat domineren; en boer en burger op gelijke voet staan. Een belangrijke randvoorwaarde voor agroecologie en dus voor het opbouwen van deze relaties, is lange termijn toegang tot grond. Investeren in de bodem, in een gemeenschap en in biodiversiteit is van groot maatschappelijk belang maar is beperkt mogelijk in een systeem waarin toegang tot land beperkt is of pachttermijnen van korte duur zijn. Grond is een ‘commodity’, een verhandelbaar goed geworden. Wanneer je de waarde van grond alleen economisch ziet is het aantrekkelijk om de hoogste bieder te dienen. De hoge grondprijs en complexe pachtregelingen in Nederland zijn een doodsteek voor agroecologische boeren en boerinnen. Agroecologie gaat volgens Klarien dus sterk over het ‘Boerenbestaan’ in het Engels: livelihood, en grond speelt daarin een sleutelrol. Tot slot bespreekt Klarien dat agroecologie een beweging is. Het gaat over recht op voedsel, zelfbeschikking en voedselsoevereiniteit. Om zelf te kunnen beslissen wat je consumeert en of produceert en op welke manier. Sinds 1950 verdwijnen er gemiddeld 14 boerderijen per dag. Als agroecologische beweging moeten opstaan en in actie komen: eisen voor zekerheid in het boerenbestaan en eisen voor een gelijkwaardige relatie tussen boer, burger en natuur. De noodzakelijke transitie in de landbouw moet niet aankomen op individueel succes of falen, maar is iets waar we met elkaar verantwoordelijk voor zijn. Maar wat is dat, in actie komen voor agroecologie? Hoe ziet dat eruit in Nederland? Of nog concreter: hoe doen onze gasten van vanavond dat binnen hun eigen initiatief?
Natuur-gedreven boeren
Doetie Trinks is een kleinschalige geitenboerin. Als vrouwelijke boerin is ze wel wat tegenstand gewend. Haar tip: “begin gewoon, dat deed ik zelf ook én ik ben er tien jaar later nog steeds!” Op haar boerderij werkt Doetie op natuurlijke wijze, en ze heeft zelfs haar eigen erkende methode voor het voeren van de dieren, voor natuurlijke verzuiveling en verkazing, met de natuurlijke flora die in de melk zit. Een gelijkwaardige relatie tussen natuur en landbouw staat centraal op haar geitenboerderij. Een gezonde en levendige bodem, waar haar gehoornde geiten de hele dag op lopen, is uitermate belangrijk voor een divers landschap. Die diversiteit vertaalt zich naar de melk: “het microbioom van de melk is een spiegel van mijn bodem, van mijn hele bedrijf”. En dit proef je in de kaas terug. Doetie gaat niet voor hoge productie maar voor tevreden klanten. Al vanaf het begin, toen ze slechts vier geiten had, hingen er al klanten aan de lijn om haar bijzondere kaas te kopen. Als boerin van de nieuwe generatie pleit Doetie voor fundamentele veranderingen in het voedsel en landbouwbeleid. Volgens Doetie houdt de huidige wetgeving onvoldoende rekening met kleinschalige en ambachtelijke manieren van boeren. Zo loopt ze nu het risico dat ze hoge kosten moet maken voor vergunningen en stikstofrechten. Voor een natuur-gedreven boerenbedrijf als het hare zijn er geen uitzonderingen of correcties.
Piet van IJzendoorn houdt van het landbouwbedrijf: ‘een way of life’ noemt hij het. Piet woont en werkt op de biodynamische boerderij de Zonnehoeve waar hij landbouw en natuur integreert én de natuur op zijn bedrijf waardeert. Volgens Piet is ons economisch systeem ongeschikt voor een holistische werkwijze. “Ik zie veel akkerbouwers om me heen die hun financiële opbrengsten willen maximaliseren door velden vol te zetten met één soort, ik denk dan: dat moet je niet willen! Ontwikkel een divers landbouwsysteem wat connectie heeft met de mensen en de eigen omgeving”. De Zonnehoeve koppelt dan ook een burgercoöperatie aan de boerderij, want voedsel haal je dicht bij huis. Voor Piet is het ook belangrijk dat we de boodschap naar de politiek blijven uitdragen: “gangbaar is niet houdbaar en zo onlogisch als het maar zijn kan”. Tegelijkertijd hebben we voorbeelden zoals de Zonnehoeve, waar al jaren lang bewezen wordt dat het anders, agroecologisch kan. Volgens Piet is de agroecologische beweging een groeiende machtsfactor, in staat om te laten zien dat het zo niet langer meer kan.
Meebeslissen
Kees van Veluw is onderzoeker, docent én een van de drijfveren achter Veld&Beek: een coöperatie bestaande uit 3200 leden. Alle leden van Veld&Beek hebben 24/7 toegang tot de koelwagen met producten van de boerderij. “De financiële voordelen van een directe afzet zijn evident, maar wat levert de verbinding tussen burger en Veld&Beek nog meer op?”, vraagt Klarien. Kees: “Naast kwalitatief goede producten halen onze leden een stukje identiteit uit het lid zijn van zo’n bedrijf”. De boeren bij Veld&Beek hebben grote autonomie, maar in een vereniging van leden: de boeren luisteren maar maken uiteindelijk de beslissing wat er financieel en agroecologisch wel of niet mogelijk is. Als docent op de Wageningen Universiteit is Kees momenteel bezig met het opzetten van een voedselbos, een project geleid door studenten. Het project heeft de ambitie om op slechts 1 ha voor 10 mensen voedsel te produceren. Kees vertelt: “zo’n voedselbosproject werkt enorm mee aan de bewustwording dat we nieuwe vormen van landbouw nodig hebben”.
Jolke de Moel spreekt vanavond over het Duitse biodynamische ‘Kattendorfer Hof’, de grootste CSA in Europa met 900 leden. Jolke is al langer nauw betrokken bij de CSA beweging en deed kennis op in Engeland en had voordat ze naar Duitsland vertrok een eigen boerderij in Amersfoort. In een CSA gaan boer en burger een overeenkomst aan: de boer produceert het voedsel en de burger betaalt een prijs die de boer zeker stelt van een goed loon, en de burger van een groenten, zuivel en vlees. Kattendorfer Hof is een inspiratie voor veel anderen, en laat zien dat het bouwen van een grootschalige gemeenschap rondom voedsel mogelijk is. Volgens Jolke vraagt agroecologie dat we stoppen met produceren en consumeren voor eigen, korte termijn voordeel. Het is destructief voor de mens en omgeving. Momenteel is Jolke bestuurslid van het nieuwe CSA netwerk in Nederland.
Strijd voor grond
Tot slot komt Alies Fernhout aan het woord, buurvrouw en (ex)-opvolger van de boerderij de Boterbloem. De afgelopen jaren stonden voor Alies in het teken van de strijd om het behoud van de Lutkemeerpolder en de Boterbloem. Het gebied net buiten de stad Amsterdam met ontzettend vruchtbare grond, is nu aangewezen als ontwikkelingsgebied door de gemeente Amsterdam voor de bouw van een distributiecentrum. Het laat maar al te goed zien hoe de handel in grond nadelig uitpakt voor agroecologische boeren. De kostprijs voor grond is belachelijk hoog en projectontwikkelaars en overheden zien haar kansen en de boer trekt aan het kortste eind. Alies stelt dat lange termijn toegang tot grond een randvoorwaarde is voor agroecologie en een houdbaar voedselsysteem. Alies is verbaasd: “In de voedselvisie spreekt de gemeente over schaarste aan grond, en vervolgens gooien ze gewoon grond weg! De visie op papier heeft geen ruggengraat, geld heerst. Wil je een serieuze voedselvisie? Dan heb je dit soort plekken nodig!”
Ook Doetie erkent de ‘struggle voor grond’. Momenteel boert ze op een postzegel, ingebouwd door grote boeren. “En komt er iets vrij, dan hoor ik het vaak pas achteraf”. De discussie over grond laait op. “We moeten grond uit economie halen” aldus Kees. Grond is géén verbruiksartikel, géén vrij te verkopen product: het is een gemeenschapsgoed. Piet ziet wel een oplossing: de pensioenfondsen. Als die, met hun miljarden, nou eens grond opkopen die in Nederland vrijkomt? Hij stelt dat het hoog tijd is om fundamenteel grote stappen te gaan maken. Boeren zouden niet aan het financiële touwtje moeten hangen of ze wel genoeg opbrengen voor de pacht. Maar waar ligt die verantwoordelijkheid vraagt het publiek? Voor Piet is het een combinatie van continue aan de bel trekken bij de politiek én zelf aan de slag in boer-burger initiatieven om grond vrij te maken van het economisch systeem. Jolke voegt toe dat we ons visie op grond moeten veranderen, en dat de verbinding met de eter sterker moet worden. “Alles waar wij het nu over hebben, is dat wel bekend bij de burger?” Over hoe we produceren, de keuzes die we maken, onze visie op landbouw?”. Burgers hebben geen idee wat er speelt. Wat ik zou willen, zegt Kees: “grootschalige kleinschaligheid”. Ik heb liever een maatschappij met 1000 bedrijven van 1ha, ieder met haar eigen community, dan 1 bedrijf van 1000 ha. Hij vult aan: “Stop je tijd niet in het overtuigen van de politiek, maar ga je organiseren, burgers en boeren”. Jolke stemt toe: hoe meer burgers zelf organiseren, zelf hun eten bij de boer halen en zeggen “we doen het zelf”, hoe duidelijker de boodschap.
Agroecologie, wat is dat en hoe ziet dat eruit in de praktijk? Op 12 januari gaven onze vijf gasten een kleine inkijk in hun initiatief. We ontdekten de meerwaarde van agroecologie, een manier van landbouw die de natuur en het leven van boeren en burgers kan verrijken. Maar ook de uitdagingen, met name het gevecht om grond en de tekortkomingen van ons economisch systeem. We danken Agroecology Europe die met haar financiële ondersteuning deze inspirerende ontmoeting mogelijk heeft gemaakt.
verslag: Laura van Oers
foto: de Kattendorfer Hof