Van commodity naar commons

Wereldwijd wordt de term commons gebruikt als synoniem voor een systeem waarbij de gemeenschap eigenaar, gebruiker en beheerder is van land. Een veelbelovend concept, dat het mogelijk maakt om grondprijzen te verlagen, door aankoopkosten te delen en grond vervolgens vrij te stellen van de markt. Maar commons (hier: gemeenschappelijke grond) is geen eindbestemming op zich. Het kan beter begrepen worden als een dynamisch proces waarin een gemeenschap een commons doet ontstaan. 

Een aantal landbouwers probeert reeds om de principes van commons in de praktijk te brengen. Valérie van Dijck bijvoorbeeld van Tuinderij de Veldhof, een permacultuur-tuinderij op, nu nog, een gepacht stuk land. De huidige verpachter wil het land over een paar jaar verkopen. Valérie zou dan graag een commons realiseren, waarin zij nog steeds gebruikmaakt van het land, maar het bedrijf gedragen wordt door de gemeenschap. Het vinden van voldoende mensen om dit mede vorm te geven is nog een lastig gegeven. Valérie: “In een eerder stadium hebben we met deelnemers van de tuinderij nagedacht over commons, maar uiteindelijk is ervoor gekozen om de tuinder ondernemer te laten zijn en de vrijheid te geven het naar eigen wens in te vullen. Ikzelf probeer een balans te vinden tussen mijn eigen vrijheid en de verbinding met de deelnemers. Het initiatief lag destijds bij de dorpsbewoners. Ik profileer de tuinderij dan ook als gemeenschapsproject, ook al ben ik ondernemer.”

Wouter Kamphuis heeft samen met zijn vrouw Kathinka een gemengde BD-boerderij, ’t Leeuweriksveld. Zijzelf zijn eigenaar van 2,4 hectare grond. Daarnaast zijn ze initiatiefnemer van Stichting Mensen voor de Aarde, die 3 hectare grond in beheer heeft. Doel van de stichting is om productiemiddelen tot gemeengoed te maken en grond los te koppelen van financiële waarde. In de ogen van Wouter is grond enerzijds van niemand en anderzijds van iedereen. “Uiteindelijk moet het eigendomsrecht fundamenteel vernieuwd worden: in een gezonde economie kan alleen aan werkelijke inspanningen van mensen een prijskaartje hangen.” (zie ook ‘t Leeuweriksveld, p.)

Louis Dolmans van Doornik Natuurakkers tenslotte beheert 110 hectare op extensieve wijze; 36 hectare akkerland en 60 hectare weiland, met daardoorheen vervlochten bosjes, paden en een natuurleslokaal. Hij werkt samen met ondernemers die het land beheren. Uitgangspunt is dat iedereen vrije toegang heeft tot het land. Al krijgt de natuur hier een prominente plek en staan haar behoeften voorop. Daarvoor is Louis zeer waakzaam: “De natuur is het vertrekpunt voor alles wat ik doe, maar ook het vertrekpunt voor alles wat ik niet doe.”

Ik interviewde deze boeren in het kader van een onderzoek naar commoning in de Nederlandse landbouw, verricht in opdracht van Vereniging Toekomstboeren. Het is mooi om te zien hoe alle drie de boeren vanuit hun diepste intenties de welvaart van mens, natuur en landschap veilig willen stellen en de gemeenschap hierin betrekken. Tegelijkertijd is het nog pionieren. In mijn onderzoek identificeer ik zes onderhandelingen, thema’s waarin de perspectieven van boeren en gemeenschap elkaar ontmoeten: toegang, gebruik, zorg, voordeel, verantwoordelijkheid en eigendom. Op al deze vlakken is terrein te winnen. Zeker waar het de rol van de gemeenschap betreft. Deze kan veel nauwer betrokken worden.

Ter illustratie: als land ondergebracht kan worden in een stichting met ANBI-status, dan maakt dat het (goedkoop) overdragen van grond mogelijk. Dit is interessant met het oog op opvolging en overname van een bedrijf en daarmee het veiligstellen van duurzaam landgebruik. Bij Stichting Mensen voor de Aarde bleek het echter nog niet mogelijk om die status te verkrijgen voor grondeigendom. Grond wordt voor de wet niet als maatschappelijke waarde gezien, maar als commodity. De (lokale) gemeenschap kan een belangrijke rol spelen in het creëren van draagvlak om hiermee te experimenteren. Dat vraagt om bewustzijn en een gedeelde verantwoordelijkheid waar het gaat om het verdwijnen van landbouwgronden. Maar ook dat de commons gedachte helder is voor de gemeenschap. Daarbij zijn slimme juristen vereist, die commons weten te vertalen naar een wettelijk kader. 

Daarnaast is het goed te beseffen dat commons overal aanwezig zijn, ook waar sprake is van privébezit. Alles kan meer van de gemeenschap worden, het is een dynamisch proces. Door diverse activiteiten op het land te ontplooien, kan de gemeenschap ook meer betrokken worden, meer verantwoordelijkheid nemen en mede zorg dragen voor boerderij en omgeving.

Auteur: Pablo van Neste

Dit artikel is gepubliceerd in de Toekomstboeren bundel Land voor Agroecologie en is mogelijk gemaakt door: