verslag financieel sterk workshop

Johan Smits van de stadsbomerij werkte vroeger bij een behoorlijk grootschalig glastuinbouw bedrijf. Nu heeft hij een kleinschalige boomkwekerij in Almere. Hij vindt dat het niet klopt dat biologische producten duurder zijn dan gangbare producten.

Voor de gangbare bomen die hij verkoopt vraagt hij dan ook meer dan voor de biologische bomen. “En? Hoe reageren klanten?” vroegen wij. “Het lijkt ze niets uit te maken” was zijn verassende antwoord. Dit zijn particulieren in Almere. Interessant verschijnsel en zeker de moeite waard om verder uit te testen op andere plekken en voor andere producten lijkt ons.

Moniek van de Vrije Akker heeft jarenlang keihard gewerkt op haar zelfoogst CSA tuinderij. Ze had al wel eens nagedacht en uitgerekend wat ze eigenlijk zou moeten vragen voor een groente abonnement, maar durfde dat nooit te doen omdat ze bang was dat dat niet goed zou vallen. Om meer deelnemers aan te trekken – “ik zit bij Venlo, dat is echt een taai gebied”- probeerde ze de prijs omlaag te doen, dat veranderde niet veel, na een herstart startte ze met een iets hogere prijs, dat leverde eenzelfde hoeveelheid deelnemers op. Ze experimenteerde met ‘porties’, dat mensen zes porties mochten uitkiezen en Moniek bij alle groente bordjes moest zetten met hoeveelheden “Dat leek leuk en flexibel, maar mensen gingen proberen op de kleinst mogelijke hoeveelheid per gezin toch nog mee te doen”. Toen kwam haar moment van inzicht: “Ik had er genoeg van om te moeten onderhandelen. Het is een economische gedachte om zoveel mogelijk willen kunnen oogsten voor zo min mogelijk geld. Dat was ik zat.” Moniek vond dat het tijd was om een goede prijs te vragen. “Na tien jaar kan ik echt wel zeggen: ‘ik ben een goede tuinder en ik weet wat ik doe’. Als ik nu geen goede prijs durf te vragen, dan komt dat voort uit angst.” Moniek besloot die angst los te laten. “Als het dan niet lukt dan weet je dat ook.” Ze rekende uit wat een oogstaandeel kost, gebaseerd op 60 deelnemers, 24 uur werk per gemiddeld, €8 netto per uur, met €7.000 aan jaarlijkse vaste kosten. Dat komt uit op €325 per persoon. (dat is in België een heel normale prijs voor een CSA aandeel) Bovendien gaf ze aan dat het hele gezin lid moet worden.

Tijdens de jaarvergadering waar ze dit aangaf was er begrip. Maar de mensen die naar de jaarvergadering komen zijn de mensen die je toch al steunen. Andere mensen vonden het lastiger. “Hoe ga je om met mensen die het niet eens zijn met die prijs?” vroegen we haar. “Het is lastig maar de moeite waard om bij je principes te blijven. Dit is het bedrag dat ik nodig heb voor een leefbaar loon.”

We delen ideeën in de groep over goede prijsstelling:

  • Hoe mensen betrekken (die niet komen)?
  • Bidding system (boeren geven aan wat ze nodig hebben, deelnemers leggen bedrag in, alles wordt opgeteld en gekeken of het genoeg is) praktisch haalbaar maken (voor als niet iedereen aanwezig kan zijn tijdens jaarvergadering)
  • Een voorbeeld wordt genoemd van een (ander soortige) vereniging waar mensen een dag in de week komen helpen. Dat zorgt voor verbinding en begrip.
  • De waarde van een kleinschalig biologisch initiatief kan je het beste communiceren aan mensen die ter plekke zijn – organiseer dat dat gebeurt
  • Het Belgische CSA netwerk zegt dat je beter niet kan spreken van prijs verhoging, maar van prijs correctie
  • Het ‘ledengebeuren’ uitbesteden: niet alleen voor werklast verdeling maar omdat verbinding/saamhorigheid/gezamenlijke verantwoordelijkheid veel (begrip) oplevert
  • REKO: in scandinavische landen bestaat een model waar mensen online inschrijven op producten en producenten en consumenten op een afgesproken plek samenkomen
  • Een voedselcollectief op (laten) richten
  • Streekboer: wordt afhaalpunt
  • Angst loslaten en daarmee kiezen voor lange termijn gezondheid

Dit is een verslag van de worshop ‘financieel sterk’ tijdens de Toekomstboeren ledendag 2020